Filip Devos
In het grote slangwoordenboek van Jonathan Green staat Dutch op de derde plaats, na Irish en French, in Engelse vaste uitdrukkingen die nationaliteitsnamen bevatten. Dat zegt wat, stelt taaljournalist Gaston Dorren in de inleiding van zijn nieuwe boek, The Dutchionary. Woordenboek van al wat Dutch is.
Naast een stevige inleiding van een twintigtal bladzijden over vooral de (vrij complexe) geschiedenis en de betekenissen van het woord Dutch zelf en een lijst van woorden beginnend met Dutch, bevat dit woordenboek een alfabetische lijst van ruim 400 uitdrukkingen die het woord Dutch bevatten. En daarin komen klassiekers aan bod als Double Dutch (‘koeterwaals’; maar ook een term voor ‘dubbele bescherming tijdens het vrijen’), Dutch treat (‘elk zijn eigen drankje betalen’) of Dutch courage (‘je moed indrinken met sterkedrank’), maar ook minder bekende uitdrukkingen als Dutch Butt Disease (‘lelijke dikke billen’) of Dutch oven (‘een wind laten in bed, en dan de dekens over het hoofd van je bedgenoot trekken’).
Dat de lijst zo uitgebreid is, komt vooral doordat er heel wat toponiemen en andere eigennamen in opgenomen zijn. Zo is Dutch Crunch een Amerikaans chipsmerk, Dutch Gold Honey een honingmerk en Von Dutch een Amerikaans kledingmerk. Dutch Point verwijst dan weer naar een landtong in Sri Lanka en Dutchman’s Pool Dam naar een dam en stuwmeer in Zimbabwe. Dutch Cemetery staat voor een klein eilandje voor de kust van Madagaskar. In 1595 werden er zeventig aan scheurbuik (trouwens de Dutch disease genoemd) gestorven bemanningsleden van een expeditie naar Indië begraven. Vaak zijn het politieke, economische en demografische ontwikkelingen die het ontstaan gaven aan die uitdrukkingen.
Het woord Dutch heeft daarnaast vaak een ongunstige, negatieve lading. Het roept, aldus Dorren, een vreemd ‘ratjetoe van associaties’ op: de Nederlander wordt als gierig (Dutch bath: ‘een kattenwasje’), stoned, drankzuchtig, oversekst en onverstaanbaar afgeschilderd. Taal reflecteert hier dus de perceptie en de negatieve vooroordelen over Nederlanders. De cover van het boek toont trouwens een vrouw met een dikke kont die een joint rookt, jenever drinkt en door het raam een vliegend schip (the Flying Dutchman) ziet. Dorren vat het als volgt samen:
‘De uitdrukkingen schieten alle kanten op: belust op drank en drugs, behept met vreemde seksuele voorkeuren (wat trouwens in heel veel talen voor heel veel buitenlanders geldt), lelijk om te zien, laf in de strijd, onbetrouwbaar in zaken en boers in smaak en manieren.’
‘Soms begin ik die bekrompen, vileine en rancuneuze victorianen wel een beetje te haten. Meestal sta ik daar natuurlijk boven’, laat Dorren zich ontvallen in het lemma
Dutch fair (‘een brandend pakhuis’).
In ieder geval: in vele talen kennen we dergelijke uitdrukkingen. Voor de Vlamingen zijn de Engelsen blijkbaar iets liever, al kennen ze wel de uitdrukking a Flemish account (‘een rekening die een tekort vertoont’). De Fransen komen dan weer tevoorschijn als een volk van vurige minnaars: a French kiss (‘tongzoen’), a French letter (‘een condoom’), a French postcard (‘een pornofoto’), to french (‘orale seks bedrijven’). In deze eufemistische uitdrukkingen moeten de buren het dus vaak ontgelden. Van de weeromstuit krijg je dan niet alleen het Engelse a French letter, maar bijvoorbeeld ook het Franse capote anglaise. In Dutchionary vonden we verder nog:
Dutch wife: ‘sekspop’ Dutch Alps: ‘kleine borsten’ Dutch pox: ‘syfilis’ Dutch kiss: ‘seksuele intimiteiten met de kleren aan’ to make a Dutchess: ‘geschoeide coïtus’ |
Heerlijk luchtige lectuur, dit Dutchionary. Relativerend en niet zonder humor. Zoals we Gaston Dorren kennen.
Gaston Dorren, The Dutchionary. Woordenboek van al wat Dutch is. Amsterdam/Antwerpen: uitgeverij Pluim, 2020, ISBN 978 90 830 7353 8, 208 blz., 19,99 euro.
Van Gaston Dorren verscheen onder meer ook: – Taaltoerisme. Feiten en verhalen over 53 Europese talen (2012). Zie Over taal, 52-1, 2013, blz. 24. – Vakantie in eigen taal. Wat er mooi, gek en fout is aan ons Nederlands. Zie Over taal, 55-3, 2016, blz. 26. – Lingua. Dwars door Europa in 69 talen (2017) – Babel. De 20 reuzentalen van de wereld (2019) Zie ook: https://taaljournalist.blog/over-mij/. |